Werkconferentie congestie: ‘Uitgestoken handen’ en mogelijkheden op lokaal niveau
15 februari 2022 - ‘Congestie op het net: de weg naar oplossingen’. Onder deze noemer vond donderdag 10 februari de online werkconferentie van het GEA plaats, mede georganiseerd door de Provincie Gelderland en de netbeheerders TenneT en Liander. De grootste winst? Misschien wel dat het probleem duidelijker is geworden en meer context heeft gekregen. Maar ook dat partijen zich laten zien op hun inzet en de wil om integrale, gezamenlijke en slimme oplossingen te bedenken. ‘Lokaal’, ‘samenwerken’ en ‘maatwerk’ lijken sleutelwoorden.
Er zijn genoeg voorbeelden waar de problemen nijpend zijn. Toch verwacht niemand wonderen in deze fase. Voor de netbeheerders is de exponentiële groei simpelweg niet bij te houden. Er bestaat ook geen one size fits all. Oplossingen moeten maatwerk zijn in een hechte samenwerking tussen netbeheerder, bedrijven, energiecoöperaties, ontwikkelaars, mobiliteitssector, bewoners-/wijkinitiatieven, grondeigenaren en overheden. We ‘groeien’ naar kleinschaliger energiesystemen: ‘lokaal produceren, lokaal gebruiken’.
‘Energieplanologie’
Daan Schut, Chief Transition Officer van Alliander schetst de urgentie om samen te werken aan oplossingen. De vraag naar netcapaciteit is explosief gestegen, vertelt hij. Zoveel dat de maximale capaciteit van het elektriciteitsnetwerk op meerdere plekken is bereikt. “De toelevering van energie is niet meer vanzelfsprekend. De schaarste gaat toenemen de komende jaren. De vermogensvraag van bedrijven is sinds 2018 verdubbeld. Daarnaast staan we voor een woningbouwopgave. Aardgasloos wonen betekent een vijfvoudige belasting van het elektriciteitsnetwerk. Tot 2030 zal (over)belasting van ons net nog veel verder toenemen als we niks doen.” Hij pleit voor een forse en snelle uitbreiding van de netten (“Twee jaar vergunnen; twee jaar bouwen”) en voor een 'Energieplanologie' waarin regionale overheden en netbeheerders de energievraag in beeld brengen en ruimtelijk inpassen. “De oplossing zit in de integraliteit”, voegt Frieke Ortmans, regiolead Liander, toe: “Met elkaar aan de voorkant inventariseren, integraal programmeren en ver vooruitkijken voor wat nodig is.” En: Alliander ziet heil in het dicht(er) bij elkaar brengen van lokale opwek en lokaal gebruik.
Download hier de bijbehorende presentatie van Daan Schut, Alliander.
(Artikel gaat verder onder de foto)
Grootschalige uitbreiding
“Overal in Nederland is netschaarste een probleem”, beaamt Robert Kuik, manager Grid Planning bij TenneT. De oorzaken zijn bekend: de snelle opkomst van de energietransitie, de groei van de economie en de daarmee toenemende vraag naar elektriciteit. Om de knelpunten op te lossen bereidt TenneT een aantal belangrijke grootschalige uitbreidingsplannen voor. Kuik: “Elke gemeente krijgt hiermee te maken. Denk aan dikkere draden in hoogspanningsmasten, ondergrondse kabels, wel vijftig extra hoogspanningsstations. Die beslaan samen een terrein van zestien voetbalvelden groot.” De investeringskosten tot 2030? Een slordige 450 miljoen euro.
Congestiemanagement
Ook Kuik ziet op lokaal niveau mogelijkheden: “Vandaag zijn we met veel partijen en industriële partners samen. We kijken hoe we op lokaal niveau elkaar kunnen helpen door vraag en aanbod dicht bij elkaar brengen en daarmee het net te ontlasten.” Daarnaast noemt Kuik ‘congestiemanagement’ als een instrument om tijdelijk verlichting te bieden. TenneT heeft hiervoor in Gelderland een onderzoek lopen. “Congestiemanagement werkt als een marktmechanisme”, licht Kuik toe. “Denk aan de mogelijkheid om, wanneer het aanbod groot is wanneer de zon hard schijnt en het ook nog eens hard waait de mogelijkheid bestaat om meer klanten op het net toe te laten. We kunnen dan de vluchtstrook (het reservenet, red.) op bepaalde delen van het net openzetten om files te voorkomen”.
Download hier de bijbehorende presentatie van Rober Kuik, TenneT.
Reserve netwerk
In opdracht van de provincie Gelderland analyseerde Berenschot (in samenwerking met Witteveen + Bos) de huidige energie-infrastructuur en schetste mogelijke toekomstige scenario’s. Naast netverzwaring raakten hun aanbevelingen onder andere ook het direct bij elkaar brengen van vraag en aanbod zodat opgewekte energie zoveel mogelijk direct gebruikt kan worden. Zo licht Klara Schure namens Berenschot tijdens de conferentie toe. Ook propageren zij het beschikbaar stellen van het reserve netwerk van het elektriciteitsnet voor extra capaciteit en de inzet van ‘plaatsgebonden flexibiliteit’ (o.a. kleinschalige batterijen, slim laden, vraagsturing industrie) om het evenwicht tussen vraag en aanbod te sturen.
Download hier de bijbehorende presentatie van Klara Schure, Berenschot.
Gelderse Energie Infrastructuur (GEIS)
Een toekomstbestendige energie-infrastructuur vraagt regie. Daar komt het provinciaal bestuur in beeld. Jan van der Meer, gedeputeerde Energie & Klimaat van de provincie Gelderland, benadrukt dat de provincie deze regierol graag pakt. Dit vraagt nog wel de nodige aanpassingen in de Energiewet. Ondertussen wordt hard gewerkt aan een plan van aanpak voor de Gelderse Energie Infrastructuur (GEIS). Dit betekent integraal kennis delen en samen het plan uitstippelen. “Dit is essentieel voor de route die we met elkaar lopen. Ook voor de provincie is dit een nieuwe rol. Het is niet zo dat wij even gaan bepalen waar alles moet komen en wanneer”, benadrukt Van der Meer.
In de maatschappij groeit ondertussen weerstand tegen grootschalige opwek van wind en zonne-energie, uitbreiding en de bouw van infrastructuur onder- en bovengronds. Hoe denkt de provincie hiermee om te gaan? Van der Meer: “We hebben met z’n allen een energie-intensieve samenleving opgebouwd. Tegelijk willen we afscheid nemen van fossiele brandstoffen. We zitten midden in een transitie. Als je dan nodige aanpassingen niet accepteert gaat het knellen. Ik zie het als rol van de provincie om verantwoordelijkheid te nemen en met elkaar deze aanpassingen toch mogelijk te maken, want de samenleving heeft ze nodig.
Uitgestoken hand
Maar het meest intensieve gesprek vond plaats in de vijf programma-deelsessies. Daar werd aan de uitdagingen de vraag gekoppeld wat nu kansrijke vervolgstappen zijn en wat daar voor nodig is. De sfeer was informeel, constructief en opbouwend (“We weten elkaar nu beter te vinden”). Er is erkenning voor de gezamenlijkheid van de uitdaging maar er is ook hang naar meer kennis, coalities rond specifieke thema’s of regio’s en onderzoek naar beperkende factoren zoals techniek of ‘hogere’ wet- en regelgeving. Dat bleek o.a. in de deelsessie voor Mobiliteit.
Het GEA-netwerk, in alle verschillende regio’s en deelnetwerken, kan fungeren als katalysator. De uitgestoken hand is in elk geval voelbaar. Zo werd in het programma Landbouw en Grondgebruik het idee geopperd om het bouwen van ‘boerderijmolens’ (tot circa 35 meter) buiten het bouwblok makkelijker mogelijk te maken. Momenteel is dat vergunningstechnisch een grote uitdaging. Dit zou een praktische, simpele oplossing zijn. Ook gaan de netbeheerder, de agrarische belangenclub en een lokale energiecoöperatie verder met elkaar in gesprek over de mogelijkheid om een proeftuin te starten waarin lokaal wordt samengewerkt tussen boer(en) en bewoners in de opwek en opslag.
In de deelsessie Duurzame Opwek ontstond o.a. het idee voor een white paper over de aanpak voor opslag van energie in een gebiedsontwikkelingsproces. Inzet: kennis en ervaring van verschillende partijen bij elkaar brengen. Ook cable pooling verdient een boost, zo was de mening in deze sessie. Een aantal partijen wil zich er sterk voor maken om aan de hand van best practices nieuwe initiatieven te ontplooien. Zorg is er ook: vooral over het gebrek aan menskracht om de gewenste intensiteit en integraliteit te bereiken.
De deelnemers van de deelsessie Bedrijven, Instellingen en Industrie deelden een aantal cases en besloten om hier samen met Liander en Tennet een vervolg aan te geven. Voor oplossingen helpt het GEA-netwerk met doorverwijzing, advies en daadwerkelijke aanpak. Het werd duidelijk dat oplossingen vooral maatwerk betekenen en dat hiervoor veel meer vaart moet worden gemaakt in het aanpassen van wet- en regelgeving.
De afdronk van de werkconferentie is toch wel dat partijen elkaar vinden in de gezamenlijke opgave en elkaar ook actief gaan opzoeken om oplossingen te bedenken voor de congestie.