GEA Monitor 2024: energiebesparing loopt achter, hernieuwbare elektriciteit groeit hard, daling in broeikasgasemissies stagneert.
Geplaatst op 13 december 2024
Elk jaar brengt het Gelders Energieakkoord de monitor uit. Daarin meten we de vorderingen op de afgesproken Gelderse klimaatdoelen. De conclusies: de beoogde energiebesparing van 1,5% per jaar loopt licht achter, het aandeel hernieuwbare elektriciteit groeit exponentieel maar de daling in broeikasgasemissies stagneert.
De monitor van 2024 is gebaseerd op de gegevens van 2022. Verzamelde en gevalideerde data zijn namelijk altijd pas twee jaar later beschikbaar.
Energiebesparing
De afspraak van 1,5% energiebesparing per jaar blijft iets achter: er is vanaf basisjaar 2013 cumulatief 12,8% bespaard. Dat had in lijn met de doelstellingen 13,5% moeten zijn. De ontwikkeling in de tijd laat zien dat de echte momenten van besparing (in 2020 en in 2022) niet alleen veroorzaakt worden door verduurzaming maar ook het gevolg zijn van minder wegverkeer (door Covid-19) en minder gasgebruik (door de gestegen energieprijzen in 2022). Er is dus nog steeds een flinke opgave. Naar grootte van de hoeveelheid energiegebruik speelt vooral in de gebouwde omgeving en bij mobiliteit.
In de gebouwde omgeving daalde het aardgasverbruik met bijna 16% - mede door vervanging van cv-ketels door warmtepompen en duurzame warmte. Besparen in de gebouwde omgeving is dus vooral een zichtbare overgang van aardgas naar stadswarmte en elektriciteit. Het elektriciteitsgebruik stijgt overall. Besparing in de publieke en commerciële dienstverlening draagt sterk bij aan het behalen van de doelstelling: in 2022 was het energiegebruik daar 40% resp. 24% lager dan in 2013.
Binnen mobiliteit werd het laagste punt (tot onder ‘de besparingslijn’) in energiegebruik bereikt in 2020. Dit is terug te voeren op de effecten van de Covid-pandemie. Daarna nam het energieverbruik licht weer toe. Het gebruik van het OV is in 2022 nog niet terug op het niveau van vóór de pandemie, wat kan duiden op meer gebruik van de auto. Het aantal voertuigen op de weg groeit ook nog steeds. Met het verminderen van maatregelen in de stimulering van elektrische auto’s is de verwachting dat de verduurzaming van automobiliteit de komende jaren vertraagt. Het aantal laadpunten voor elektrische auto’s groeit echter wel sterk. In de logistieke sector worden steeds schonere voertuigen gebruikt. De uitstoot van CO2 van ‘vervoer over land’ is relatief gelijk gebleven in 2022 t.o.v. de voorgaande jaren.
Bedrijven en industrie lukt het vanaf 2016 niet meer om het besparingsdoel te halen.
Duurzame opwekking
In 2022 is 11,5% van ons energiegebruik afkomstig uit hernieuwbare bronnen. Het doel voor 2023 was 16%. De groei is echter exponentieel. Ook ‘de lokale kracht’ groeit mee: in 2022 bestaan er 72 energiecoöperaties. Inmiddels kennen we ook het aantal in 2023: dat zijn er nu 77. Als de groei van hernieuwbare bronnen doorzet, dan halen we de 16% in 2023 (dat resultaat zien we pas in 2025) en kunnen we de ambitie verder opschroeven. De verhouding zon, wind en overige bronnen moet nog wel meer in balans komen. Er is namelijk, relatief gezien, te weinig energie uit wind ten opzichte van andere groene bronnen om de balans op het elektriciteitsnet te waarborgen.
Broeikasgas emissies
De daling van broeikasgassen in 2022 kwam op ruim 31%. De trend laat echter een stagnatie zien. Dat betekent dat de beoogde 55% nog ver weg ligt. De uitstoot zit voor driekwart in de gebouwde omgeving en verkeer & vervoer. De industrie en afvalverwerkers ‘tekenen’ voor ongeveer een vijfde deel. De uitstoot van het broeikasgas methaan – voornamelijk door de landbouw – maakt in Gelderland ongeveer een kwart uit van de totale emissie. Als broeikasgas is methaan zo’n 34 keer sterker dan CO₂.
Beweging en GEA-netwerk
De nadruk in de energietransitie lijkt op elektrificatie te liggen. Logisch en terecht maar energiebesparing blijft noodzakelijk. De energie die we niet nodig hebben, hoeven we ook niet op te wekken of te transporteren.
Daarnaast maakt netcongestie dat we moeten inzetten op de opbouw van lokale energiegemeenschappen. Of dat nou de energiecoöperatie is, het warmtenet of een bedrijventerrein. De verzwaring van het net duurt immers nog jaren. Daar kunnen we niet op wachten. Parallel daaraan bouwen we actief mee aan lokale systemen waar vraag en aanbod van energie onderling wordt geregeld. Zodat we minder afhankelijk zijn van een centraal systeem.
Successen in de opgave komen niet alleen van technische innovaties, toekomstgerichte regelgeving of grote investeringen. Het begint met mensen die hun nek uitsteken en gewoon starten. Zij brengen beweging. Die beweging brengt het GEA-netwerk verder met concrete hulp, kennis en inzicht. Zo blijven we resultaten boeken.