16 november: GEA-netwerkontmoeting. “Het energieneutrale bedrijventerrein schreeuwt om bedrijven die hun nek uitsteken!”

Acht jaar geleden leek verduurzaming alleen nog ‘…een aardig MVO-thema’. Aan elektriciteitsverbruik noteerden ze maar liefst 3,5 gigawattuur. Genoeg voor 1.500 huishoudens.

Met de audit van het Europese Energy efficiency directive begon de zoektocht. De targets in het eerste jaar: 10% minder CO2-uitstoot, 10% energiebesparing en 10% duurzaam opgewekte energie.

Eén van de eerste actiepunten was het aanpakken van de verlichting. Alles ging naar led. Winst: een daling van 170.000 naar 110.000 kilowattuur. Ruim 1/3 besparing en: 100% duurzaam opgewekt met eigen zonnepanelen (met SDE subsidie!).

In 2017 maakten zij al hun eerste pand bijna 100% gasloos. Een “BENG” (bijna energieneutraal gebouw). Gewoon, om ervaring op te doen. Ze geloven daar namelijk in het principe van ‘Gewoon Beginnen’.

Elektrisch rijden voor de 750 bestelbusjes was nog even een brug te ver. Máár, de leasecontracten staan wél vast op een maximum CO2-uitstoot van 120 gram per kilometer. Een goed begin op reductie van de uitstoot.

Voor de elektrificatie van (landbouw)machines wachten ze niet op subsidies, startups of slimmeriken van buiten. Daar zetten ze gewoon hun eigen engineers op. De eerste machines zijn al op de markt en de elektrische voedermengmachine is te bewonderen tijdens de GEA-netwerkbijeenkomst.

Als je klimaatneutraal wil worden, móet je ook naar je mobiliteit kijken, vinden ze. De hogere aanschafprijs van elektrische (personen)auto’s was een ding maar uit de “Total Cost of Ownership” (TCO) bleek toch echt dat de kosten onder de streep gelijk bleven. Dus: zijn hun 150 personenauto’s nu elektrisch.

Elektrisch laden betekent: laden voor het moment dat het nodig is en op het moment dat er elektriciteit is. Oftewel: “Dynamic Load Balancing”. Slim en verstandig.

Ze maken deel uit van het private network van de Ecofactorij. Met één gezamenlijk stopcontact – en soms de hulp van een accucontainer van Bredenoord – zijn ze veel onafhankelijker van het elektriciteitsnet. Sowieso zijn ze voorstander van het idee local for local. Zelf kunnen sturen op opwek en verbruik is altijd zekerder. Ook zonder netcongestie.

Verduurzamen is geen vraagstuk waar alleen grote, dure of tijdrovende oplossingen een rol spelen, is hun idee. Veel kleine oplossingen, van deurdrangers tot tijdklokken op de boilers leveren samen al veel energiebesparing op.