Ontmoeting met ‘de GEA- mannen’ van het eerste uur
17 maart 2025 - We begroeten elkaar met de zonnebril op. Het is pas net maart maar de jassen gaan toch echt uit. Een heuse reünie op een terras, uitkijkend over de jachthaven van Zutphen. Een stad met betekenis - zo blijkt later - voor de drie mannen die aan de wieg stonden van het Gelders Energieakkoord: Thijs de la Court, Volkert Vintges en Pieter van der Ploeg. Hoe gaat het met ze? Hoe kijken ze terug? En: hoe kijken ze vooruit?
In 2013 nam dit trio het initiatief om het SER Energieakkoord handen en voeten te geven.
Van links naar rechts: Pieter van der Ploeg, Volkert Vintges en Thijs de la Court.
Maar eerst het geheugen opgefrist: hoe zat het met die drie? Thijs was destijds wethouder in Lochem en als deelnemend gemeente actief in Klimaatverbond Nederland (KVN). Volkert was directeur van de GNMF, de Gelderse Natuur en Milieu Federatie, de voorloper van Natuur en Milieu Gelderland (NMG). Pieter werkte bij de toenmalige afdeling Strategie van Alliander. Ze spraken vaak af bij Alliander in Zutphen. En samen smeedden ze een bondje…
Tien jaar terug
In 2013 nam dit trio – namens de GNMF, KVN en Alliander – het initiatief om het SER Energieakkoord in de provincie, regio èn gemeente handen en voeten te geven. De basis voor het Gelders Energieakkoord. Op de avond voor de Statenverkiezingen van 2015 boden de eerste 100 GEA-deelnemers het akkoord aan de lijsttrekkers van Provinciale Staten aan. Nu staat er een stevige netwerkorganisatie die samen werkt aan de Gelderse energietransitie.
Grootouders voor het klimaat
Ze mogen zich dan inmiddels alle drie pensionado noemen, stil zitten is er niet bij. Thijs is actief in z’n oude vakgebied: biologie. Maar nog veel meer zet hij zich in voor “Grootouders voor het klimaat”. Opa’s en oma’s die zich sterk maken met acties en campagnes. Volkert is ook een hartstochtelijk bioloog maar ook ‘Energiecoach en mede-oprichter van Steunpunt Energietransitie regio Nijmegen. Bovendien actief in ‘Duurzaam Hengstdal’, een bewonerscollectief in Nijmegen-Oost dat werkt aan de realisatie van een buurt-warmtenet. Pieter ging pas vorig jaar met pensioen en geniet nog even van ‘het vakantiegevoel’. Hij volgt wel alle ontwikkelingen op de voet. Net als de andere twee trouwens.
Tien jaar verder
En die ontwikkelingen worden kritisch bekeken. Het onderwerp kernenergie ligt al snel op de borreltafel. “Kijk”, begint Thijs, “in 2040 moeten we op 90% CO2-reductie zitten. Tot die tijd is er simpelweg nog geen kernenergie gerealiseerd. En voor de laatste 10% is het simpelweg te duur. Dan wordt de energie zo kostbaar dat mensen met een kleine portemonnee de dupe zijn. Dat is geen klimaatrechtvaardigheid.” “En denk ook aan de buitenlandse afhankelijkheid”, voegt Pieter er aan toe, “die wilden we niet meer. Maar waar denk je dat uranium vandaan komt?" De drie zien de SMR-discussie vooral als een mistbank die het zicht vertroebelt op de inspanningen die juist nú moeten plaatsvinden: energie besparen, duurzaam opwekken, opslag, flexibilisering en lokale kracht.
Het collectief
Ook de rol van overheden in het netwerk wordt kritisch gevolgd (“Het netwerk moet geen uitvoeringsorganisatie van een overheid worden.”). Destijds was er zelfs even sprake van dat de provincie niet eens mocht aanhaken. Er moest ‘als collectief’ volledige vrijheid van handelen zijn. Máár, de heren van weleer zijn vooral blij met het voortbestaan – en het bestaansrecht – van hun geesteskind, het GEA-netwerk. Daar proostten we op. Die gedachte over de kracht van het collectief gaat eigenlijk nog steeds op. De energietransitie moet het immers hebben van ‘groeiende collectieven’, in omvang en getal. Of dat nou de energiecoöperatie is die een windproject start, de wijk die een warmtenet realiseert of een agrarische gemeenschap die zich verbindt in monomestvergisting. Het maakt niet. Het moet allemaal.