‘Het Buitengebied’. Vergeten gebied?
12 maart 2024 - Aardgasvrij wonen is één van de sporen op weg naar een klimaatneutraal Gelderland. Niet de meest eenvoudige opgave. Eenvoud bestaat niet in de energietransitie. We werken er al lang – en op meerdere fronten – aan. Van wijkgerichte aanpak en warmtenetten tot aan de collectieve inkoop van zonnepanelen of goedkope leningen op isolatie en verduurzaming. Maar er is een soort ‘front’ dat we eigenlijk helemaal niet zo goed in beeld hebben: het buitengebied en de kleine dorpen en kernen daarin…
Je zou kunnen denken: dat buitengebied volgt later wel. ‘Later’, als we het CO2-vrije wiel hebben uitgevonden op de plekken waar we genoeg schaal hebben. Waar we écht meters kunnen maken met woningen die op elkaar lijken en uniform aan te pakken zijn. Eerst de stadswijken dus maar. Maar uit een GEA-analyse van de gemeentelijke Transitievisies Warmte bleek dat het buitengebied helemáál is vergeten. Door vrijwel alle gemeenten. En dat hoort natuurlijk niet. De energietransitie raakt immers álle bewoners.
Kwart van alle Gelderlanders
‘Het buitengebied’ lijkt dus ongrijpbaar. Net zoals het woord klinkt. Maar toch: om hoeveel mensen gaat dat eigenlijk? Daar hebben we de zogeheten ‘stedelijkheidsklassen’ voor. In Nederland wonen bijna 3 miljoen mensen in de onderste stedelijkheidsklasse. Dat betekent minder dan 500 woningen per km2. In Gelderland gaat dat om ruim 475.000 mensen. Bijna een kwart van alle Gelderlanders leeft dus in dat ‘buitengebied’. Ook zij verdienen aandacht. Ook zij kunnen het niet alleen.
Slijk-Ewijk
Neem Slijk-Ewijk. Een ‘kleine kern’ met 480 inwoners onder de rook van Nijmegen. Onderdeel van de gemeente Overbetuwe. Ingeklemd tussen de Waal en de A15. Een kleine 200 woningen in lintbebouwing. Gemiddeld verbruik van gas en elektra ligt significant hoger dan het landelijk gemiddelde. Het gemiddelde inkomen ligt weer een stuk lager. Het is een dorp met een gemêleerd gezelschap van deels geboren en getogen inwoners en deels ‘import’ van relatief welvarende, individualistische mensen.
Laatste ‘mem’
Er is zeker gemeenschapszin in het dorp en ook ‘energie’ heeft aandacht. Zo wordt het dorpshuis energieneutraal gemaakt en profiteren de inwoners van omgevingsfonds “Knoop 38”. Mensen willen graag dingen samen doen, maar een duidelijke kop en een staart zijn nodig. Zeker als het investeringen vraagt. De spanningsboog kan niet te lang duren. Bijna niet te rijmen dus met een jarenlang proces van verduurzaming en kostbare investeringen. Gezien de bebouwing is een (grootschalig) warmtenet sowieso uitgesloten. Weinig in de bebouwing is hetzelfde, zodat schaalvoordelen beperkt zijn. Dan ben je als bewoner aangewezen op de besparingsmogelijkheden voor je huis (energieadvies) of de collectieve inkoop van isolatie, installaties of zonnepanelen. En daar is gericht aandacht, advies en hulp voor nodig. Voor de bewoners voelt het niet dat die er is. Ze voelen zich aan hun lot overgelaten. "Het dorp ligt bij de gemeente aan de laatste mem", zo klinkt het uit de mond van een bewoner en lokaal voorvechter van de energietransitie.
Leefbaarheidsalliantie
In GEA-verband verkent de Leefbaarheidsalliantie in verschillende pilots op welke manier de energietransitie in het buitengebied en kleine kernen effectief kan worden aangepakt. Inspelen op de gemeenschapszin is essentieel. Net zoals aandacht voor de specifieke context van de bebouwing. Wat willen en kunnen bewoners zelf doen? Hoe kunnen ze elkaar helpen? Welke steun hebben ze nodig?
We willen samen uitzoeken wat er wél mogelijk is. Samen betrouwbare, adviserende en uitvoerende partijen selecteren; tips en trucs delen; gezamenlijk inkopen en klussen. Elkaar helpen. ‘Samen’ is dus meer dan alleen collectief inkopen of aanpakken. De sociale dynamiek kan het verschil maken.
Wijk van de Toekomst organiseert in GEA-verband met de Leefbaarheidsalliantie Gelderland en het Netwerk Duurzame Dorpen een open gesprek over ‘kleine kernen en het buitengebied’. Dit gebeurt in een talkshow op 14 maart.
Bekijk de video-impressie van Slijk-Ewijk…