Laadinfrastructuur biedt onbenutte kansen
15 november 2023 - In de energietransitie vormt de laadinfrastructuur een onderbelicht thema. Zonde, vindt Han van der Wal, onafhankelijk ontwikkelaar voor zero emissie transport tijdens een ronde tafel gesprek in GEA-verband. Daar schuilen echt mogelijkheden voor emissiereductie én nieuwe verdienmodellen. Vanuit het GEA-netwerk zetten we er graag de schijnwerpers op…
Met ruim 140.000 publieke laadpunten [PB1]is Nederland Europese koploper op het gebied van de overgang naar elektrisch vervoer. Netcongestie is daar echter ook een bekend en acuut probleem waar we tegenaan lopen. Netverzwaring is kostbaar en tijdrovend. Een oplossing die wél haalbaar is en bovendien talloze extra mogelijkheden biedt, is kortweg ‘slimmer opladen’. En precies dat lijkt nog een blinde vlek. Laadcapaciteit en -infrastructuur kunnen we slimmer plannen en inrichten.
Slimmer
Het GEA-netwerk organiseerde in oktober een rondetafelgesprek over dit thema voor betrokken Gelderse partijen. De centrale vragen: hoe ziet slimmer omgaan met de laadinfrastructuur er precies uit? Zijn ideeën haalbaar en bieden ze echte oplossingen in de energietransitie? Tijdens het gesprek bleek dat het opnieuw nadenken over gebruik van laadinfrastructuur op allerlei weerstanden stuit. Gebrek aan landelijke regie in de regelgeving bijvoorbeeld. Of de neiging om de ontwikkelingen in de energietransitie te volgen, in plaats van op een creatieve manier het voortouw te nemen. Of dat partijen niet uit zichzelf de nodige denk- en gedragspatronen gaan aanpassen, als er geen scherpe incentives achter zitten. En toch: tegen die bewegingen in presenteerde Han van der Wal, onafhankelijk ontwikkelaar voor zero emissie transport, een casestudy waarmee hij zichtbaar maakt hoe het anders kan.
““Als we het zo doen verdienen we straks meer aan energie dan aan reizigers.””
Van der Wal haalt een busremise aan waar elektrische bussen laden. De wijze waarop men een aantal jaren geleden de benodigde capaciteit doorrekende, maakt dat ’dit laadplein maar liefst een overcapaciteit heeft van rond de 75%. In een businesscase maakt Van der Wal inzichtelijk hoe betrokken partijen het gebruik van de capaciteit kunnen optimaliseren en daar zelfs een verdienmodel van kunnen maken. Met oplossingen als het delen van laadcapaciteit met derden en het inzetten van overtollige capaciteit voor het opwekken van waterstof werkt de remise toe naar 100% rendement uit de aansluiting. Of, zoals Van der Wal een topman bij het vervoerbedrijf citeerde: “Als we het zo doen verdienen we straks meer aan energie dan aan reizigers.”
Inspiratie het hardst nodig
De casestudie wekt verbazing en maakt nieuwsgierig. Hoewel het gezelschap van overheden, kennisinstellingen en ontwikkelaars denkt dat dergelijke oplossingen niet in alle contexten werkbaar zijn, willen de aanwezigen zich er wel verder in verdiepen. De case zet aan tot ‘anders denken’ en dat, daar is men het aan tafel over eens, is wat hier nodig is. Juist ook omdat de eigen specifieke context natuurlijk altijd anders is. Als het om gedragsverandering gaat, dan helpen de inspirerende verhalen van mensen, bedrijven en overheden die hun nek uitsteken. Verhalen uit de praktijk die stakeholders met elkaar kunnen delen. Zo kan het creatief denken binnen de ene context, bijvoorbeeld in het OV, ook helpen in een andere context. Denk aan de logistiek. Bovendien is het een manier waarin bedrijfsleven en overheden elkaar laten zien hoe belangrijk en waardevol het is om buiten de gebaande paden te denken en concrete stappen te zetten. We mogen nog veel meer mét elkaar aan oplossingen werken (in plaats van naast elkaar…).