“Blokkade op zonnevelden niet verstandig.”
13 november 2023 - Nederlandse overheden sturen aan op een zeer beperkte inzet van de opwekking van elektriciteit met zonnevelden op landbouwgrond. De voorkeur ligt bij opwekking op onderbenutte daken en gevels. Inzet van landbouwgrond wordt gezien als uitzondering. De provincie Overijssel kiest zelfs resoluut voor een verbod. Een dergelijk besluit in Gelderland is niet verstandig, zo blijkt uit een raadpleging van het GEA-netwerk. Onder de goede condities en op basis van lokaal maatwerk, moeten dergelijke zonnevelden mogelijk blijven. Dubbel ruimtegebruik en energieopbrengst vormen daarbij de sleutel. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van een raadpleging in het netwerk van het Gelders Energieakkoord (GEA).
Steeds meer worden zonnevelden op landbouwgrond als onwenselijk beschouwd. Het in juni gesloten Gelders coalitieakkoord illustreert dit: “Zonnepanelen plaats je wat ons betreft op daken of eventueel via andere vormen van dubbel ruimtegebruik. In ieder geval niet op goede landbouwgrond. Daarvoor stellen we regels vast, uiterlijk medio 2024, liefst eerder.”
Het GEA-netwerk heeft als bijdrage aan de beeld- en beleidsvorming in de Provinciale Staten een raadpleging uitgezet onder haar partners. Zo worden de standpunten en ervaringen van ongeveer 100 professionele organisaties met een rol in de energietransitie, meegenomen in de besluitvorming over het te voeren beleid.
Nog maar kortgeleden, in 2012, werd het eerste Nederlandse zonneveld aangelegd: Solarpark de Kwekerij in Hengelo. Daarna nam de aanleg van zonnevelden een grote vlucht, maar ook de weerstand nam toe. Op 18 oktober jl. zijn afspraken gemaakt tussen twee ministeries, het IPO (namens de provincies) en de VNG (namens de gemeenten). Er komen extra maatregelen om zon op voorkeurslocaties te stimuleren en om monofunctionele zonnevelden op landbouwgrond te voorkomen. Alleen als het ‘gronden in transitie’ betreft, of als een zonneveld betekenisvol bijdraagt aan de vermindering van de netcongestie of zorgt voor vergroting van een efficiënter netwerkgebruik, kan het nog. |
De helft van de respondenten heeft een duidelijke voorkeur om ‘indien mogelijk’ monofunctionele zonnevelden op landbouwgrond te vermijden, 30 procent denkt dat zon-op-land noodzakelijk blijft om de klimaatdoelen te halen, 20 procent is tégen.
“Een reactie die klinkt als ‘nee, tenzij’, aldus GEA-regisseur Jan Emmerzaal.”
“Een reactie die klinkt als ‘nee, tenzij’, aldus GEA-regisseur Jan Emmerzaal. “Nu dus geen zon meer op landbouwgrond, maar ook: tenzij projecten nodig zijn om de energiedoelstellingen voor 2030 te halen en ze aan duidelijke voorwaarden voldoen.”
Multifunctioneel ruimtegebruik
In de raadpleging werden verschillende vragen gesteld om deze voorwaarden te benoemen. Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan dat het zinvol is om een onderscheid te maken tussen goede en ‘minder productieve’ landbouwgrond; die laatste zou dan nog wel in aanmerking kunnen komen voor zonnevelden. Multifunctioneel ruimtegebruik heeft sowieso de voorkeur van de respondenten. De mogelijkheden voor dubbel ruimtegebruik zijn nog lang niet uitgeput, is de strekking. Tegelijk wordt aangegeven dat dubbel ruimtegebruik, zoals zonnepanelen boven parkeerplaatsen (solar carports), vaak duurder is en er stimulering voor nodig is. Ook voor agri-PV, zoals panelen boven zachtfruit en verticale of kantelbare panelen in combinatie met weiland en vee, is een krachtiger ondersteuning nodig.
Cablepooling - wind en zon op één aansluiting - en aansluiten bij een bedrijventerrein/energy hub worden als onderwerpen nadrukkelijk genoemd. De netcongestie wordt dan (deels) ontlopen en de combinaties leiden tot minder maatschappelijke kosten.
“Gemeenten en provincies zijn bij uitstek in staat de zonopgave ruimtelijk in te passen en dit zo goed mogelijk te combineren met andere opgaven. Zij kunnen rekening houden met regio-specifieke omstandigheden. ...”
Lokale processen
Met welk beleidsinstrument kunnen dubbel ruimtegebruik en de inzet van minder productieve landbouwgrond het best worden geborgd? De antwoorden laten zien dat alle mogelijke instrumenten nodig zijn: maatwerk in gebiedsprocessen, regionale afspraken, lokaal beleid en de provinciale omgevingsverordening. Veel respondenten komen met aanvullingen waarin bevestigd wordt dat de lokale dialoog bijzonder nodig is.
Lokale processen waarin gemeenten samen met bewoners en grondeigenaren naar de beste locatie voor energieopwekking zoeken, worden over het algemeen gezien als de beste manier om de voorwaarden voor ontwikkeling te toetsen.
Jan Emmerzaal: “Gemeenten en provincies zijn bij uitstek in staat de zonopgave ruimtelijk in te passen en dit zo goed mogelijk te combineren met andere opgaven. Zij kunnen rekening houden met regio-specifieke omstandigheden. Ik ga er van uit dat het eventueel aanscherpen van de provinciale Omgevingsverordening zorgvuldig en met betrokkenheid van relevante stakeholders plaatsvindt. Het plotselinge bijna-verbod op zonnevelden zoals de provincie Overijssel onlangs verkondigde, zet veel druk op de bestuurlijke verhoudingen. Een vergelijkbaar beleid in Gelderland brengt de klimaat- en energiedoelen verder in de gevarenzone.”
Direct naar de resultaten?
De resultaten van de raadpleging zijn woensdag 8 november aangeboden aan de Provinciale Staten van Gelderland. Klik hier voor een powerpoint-presentatie met de beknopte resultaten. Ook een meer uitgebreid rapport met de resultaten van de raadpleging is beschikbaar. Lees hier meer over achtergrond en aanleiding.