Alliander: Zo bereidt Alliander haar netten voor op de energietransitie
08 mei 2019 - De overgang naar een duurzamer energiesysteem is in volle gang, zeker in Gelderland – aangejaagd door het GEA. De energietransitie heeft grote impact op de energienetten van netbeheerder Liander in de provincie. Denk aan grootschalig elektrisch rijden, de komst van grote zonne- en windparken en afscheid van aardgas om huizen te verwarmen. Tegelijkertijd neemt de vraag naar energie toe door de groei van de Gelderse economie. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor het elektriciteits- en gasnet in Gelderland?
Door: Maarten WInthagen, AllianderHet elektriciteitsnet is honderd jaar geleden aangelegd om stroom van kolencentrales naar verbruikers te transporteren, maar is niet berekend op de grote capaciteitsvraag van bijvoorbeeld nieuwe glastuinbouw in de Bommelerwaard en de Betuwe of all electric nieuwbouwwijken. Ook is dit net niet ontworpen voor grootschalige teruglevering van elektriciteit door grote wind- en zonneparken, zeker in landelijke gebieden. Om het elektriciteitsnet geschikt te maken voor de grote vraag naar en teruglevering van vermogen, investeert netwerkbedrijf Alliander volop in de uitbreiding en verzwaring van het Gelderse net. Inclusief het gasnet investeert Alliander in 2019 ruim € 236 miljoen in de energienetten in Gelderland. Naast investeringen in de netten kijkt Alliander ook naar slimme oplossingen om aan de sterk stijgende vraag naar capaciteit te kunnen voldoen. Voorbeelden hiervan zijn de flexibiliteitsmarkt in Nijmegen-Noord en praktijkproef slim laden van elektrische auto’s in Gelderland en Overijssel.
De komende decennia zullen alle huishoudens in Gelderland wijk voor wijk aardgas verruilen voor een andere duurzamere warmtevoorziening. Dit heeft grote gevolgen voor de infrastructuur. Komt er in een wijk een warmtenet, schakelt een wijk over op warmtepompen (all electric) of blijft het bestaande gasnet liggen en wordt het ingezet om biogas te transporteren in plaats van aardgas? Voor Alliander is het belangrijk vroegtijdig te weten welke warmtevoorziening er gekozen wordt, zodat het net in de wijk tijdig aangepast kan worden en de leveringszekerheid van energie gegarandeerd kan worden.
Samen vooruitkijken
Het realiseren van deze ontwikkelingen betekent niet alleen enórm veel werk aan de netten (terwijl technici schaars zijn), maar ook afstemming met veel partijen. Daarom is het belangrijk dat Alliander, provincie Gelderland en gemeenten samen met bedrijven, inwoners en waterschappen vooruitkijken wanneer wat waar moet gebeuren aan ons energiesysteem. Het gaat er om dat we afgewogen keuzes maken en samen slimme oplossingen inpassen om leveringszekerheid van energie te blijven garanderen. Het GEA biedt een platform waarin we samenwerken aan de transitie van onze energievoorziening. Een ander platform waarin gemeenten, provincies, Alliander en andere partijen intensief samenwerken is de Regionale Energiestrategie (RES). Een RES is een uitwerking, specificatie en vertaling van de nationale afspraken uit het aanstaande Klimaatakkoord voor 30 regio’s in Nederland, waarvan een aantal in Gelderland. De focus van de RES ligt op de ruimtelijke inpassing, met name van de regionale warmtevoorziening, energie-infrastructuur, energieopslag en de opgave voor hernieuwbare elektriciteitsopwekking. In 2020 moet elke regio een RES hebben.
Een nadere blik op de netten van Liander in de provincie Gelderland. Met meer dan twee miljoen inwoners in 51 gemeenten beslaat de provincie Gelderland een groot en divers gebied. Liander heeft er 948.000 elektriciteitsaansluitingen en 847.000 gasaansluitingen. Er spelen grootstedelijke vraagstukken, maar er is ook veel landelijk gebied met potentie voor grote wind- en zonneparken.
Slimme oplossingen in Nijmegen
In de Gelderse stedelijke gebieden, waaronder Arnhem-Nijmegen, vinden grote woningbouwprojecten plaats. Voor de nieuwe huizen zijn aansluitingen nodig. Daarom gaat Liander de capaciteit van de energie-infrastructuur op diverse plaatsen uitbreiden. Soms is die ruimte er niet en zijn andere oplossingen dan het verzwaren van het net efficiënter. Eén van de slimme oplossingen is een flexibiliteitsmarkt. In Nijmegen-Noord heeft Liander in 2018 een dergelijke flexibiliteitsmarkt voor het eerst georganiseerd. In dit gedeelte van Nijmegen zijn in korte tijd veel woningen en een groot industrieterrein gerealiseerd. Er is een windpark ontwikkeld, daarnaast staan er nog een windpark en een aantal zonneweides op de planning. De vraag en het aanbod van elektriciteit ontwikkelen zich daardoor sneller dan verwacht. Liander werkt daarom hard aan de realisatie van een elektriciteitsverdeelstation om in de extra elektriciteitsbehoefte te kunnen voorzien. Omdat het naar verwachting vier jaar duurt voordat het station klaar is, gebruikt Liander de flexibiliteitsmarkt als tussenoplossing om hoge stroompieken in het lokale elektriciteitsnet te voorkomen. Zonder de flexibiliteitsmarkt moet Liander een kostbare elektriciteitskabel leggen voor de periode tot het nieuwe station klaar is. Met de flexibiliteitsmarkt bespaart Liander maatschappelijk geld ten opzichte van de tijdelijke verzwaring.
Planvorming zonneparken
Veel delen van Gelderland hebben een agrarische bestemming. Deze gebieden zijn geschikt voor de opwek van wind- en zonne-energie en er valt een grote stijging in vermogensvraag te verwachten. In 2019 wordt circa 80 megawatt (MW) aan zonneparken aangesloten. Door planvorming op provinciaal niveau weet Liander al vroegtijdig waar windparken komen. Voor zonneparken ontbreekt dergelijke planvorming. Voor Liander is het belangrijk om vroegtijdig, minimaal vijf jaar van tevoren, te weten waar zonneparken komen, zodat het elektriciteitsnet tijdig aangepast kan worden.
Dukenburg en Benedenbuurt proeftuinen aardgasvrij
Nederland wil uiterlijk in 2050 een CO2-neutrale samenleving zijn. Dat betekent dat ook in Gelderland duizenden woningen in honderden wijken gaan omschakelen naar een duurzame warmtevoorziening zonder aardgas. De Nijmeegse wijk Dukenburg en Wageningse Benedenbuurt zijn in Gelderland geselecteerd als zogenaamde ‘proeftuinen’. Beide wijken doen mee aan het programma Aardgasvrije Wijken van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dukenburg (met 9.000 woningen) is niet bij toeval gekozen. Het is een ‘stadsvernieuwingsproject’ waar de komende jaren veel aangepakt en opgeknapt gaat worden. Het afschrijvingspercentage van het gasnet ligt hoog. Liander heeft informatie aangeleverd over de ouderdom van het gasnet en impact op het elektriciteitsnet. Mede op basis van die informatie is Dukenburg geselecteerd als proeftuin. Liander is blij met deze keuze omdat de netbeheerder het liefst start op plekken waar het gasnet oud is. Hiermee blijven de maatschappelijke kosten beperkt. Dukenburg wordt aangesloten op een bestaand warmtenet waarmee een grote meerderheid van de huizen verwarmd kan worden. Voor de andere woningen wordt nog naar oplossingen gezocht. De uitdaging zit hem in Dukenburg in de goede fasering en vooral ook in de communicatie richting de bewoners voor draagvlak. In de Benedenbuurt in Wageningen (450 gebouwen) zit het met het draagvlak wel snor. Het is één van de eerste wijken in Nederland waar de bewoners zelf het initiatief hebben genomen om van het aardgas af te willen. De Wageningse buurt behoort tot het rijtje Wijken van de Toekomst die ontstaan zijn vanuit het GEA. In de Benedenbuurt helpt Liander mee met het onderzoek naar het beste alternatief voor aardgas. De mogelijkheden variëren van ultradiepe geothermie tot een warmtenet waar de buurt zelf eigenaar van is.
Extra vermogen voor glastuinbouw
Liander merkt in Gelderland ook dat de economie groeit. Zoals in de Bommelerwaard en Betuwe. De glastuinbouw is hier erg in trek bij tuinders. Naast alle bestaande tuinders in het gebied, die door bedrijfsuitbreiding of innovatieve ontwikkelingen extra vermogen vragen, trekt de Bommelerwaard nieuwkomers. Vooral sinds de provincie Gelderland de regio heeft aangewezen als intensiveringsgebied voor glasbouw. Liander heeft daardoor nog meer aanvragen voor extra vermogen ontvangen. Op dit moment is er onvoldoende capaciteit beschikbaar en moeten er transportbeperkingen worden afgegeven. De werkzaamheden voor het uitbreiden van de beschikbare capaciteit zijn in volle gang.
Impuls voor elektrisch rijden
Elektrisch rijden heeft in de zomer van 2018 een enorme impuls gekregen in Gelderland. De provincies Gelderland en Overijssel maakten toen bekend dat er 4.500 nieuwe openbare laadpunten in beide provincies worden aangelegd. Tegelijkertijd zijn de provincies Gelderland en Overijsel samen met Alliander en Enexis de grootste praktijkproef naar slim laden gestart. Onderzocht wordt hoe elektrische auto’s zoveel mogelijk kunnen laden op duurzame energie. Met slim laden kunnen elektrische auto’s sneller laden als duurzame energie uit zon en wind volop beschikbaar is. Alliander en Enexis bereiden zich zo voor op het laden van miljoenen elektrische auto’s met duurzame energie waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van het elektriciteitsnet. Dat draagt bij aan de energietransitie, schonere lucht en minder CO2-uitstoot. De drie jaar durende praktijkproef is wereldwijd het grootste (gedrags)onderzoek naar slim laden.
Ambitie realiseren
De energietransitie speelt in Gelderland kortom op alle fronten, en op sommige terreinen loopt de provincie voorop. Alliander werkt graag mee aan het klimaatneutraal maken van Gelderland. Om deze ambitie te realiseren is samenwerking met platforms als GEA onontbeerlijk. Want de impact van de energietransitie op de energienetten is groot. We moeten samen vooruitkijken wat er moet gebeuren, zodat Alliander tijdig de netten kan aanpassen en de levering van energie kan blijven garanderen.