Column Chris Lorist: Samen voor Gelderland
13 juli 2019 - … zo luidt de titel van het kersverse coalitieakkoord in Gelderland. Je kan zo’n coalitieakkoord op verschillende manieren duiden. Bijvoorbeeld door het aantal buzzwoorden te tellen. Wist u dat klimaat 47 keer voorkomt in het akkoord, energie 54 en CO2 6? Of te zoeken naar het verschil met voorgaande akkoorden. En die is er. In het coalitieakkoord wordt een veranderende bestuursstijl benoemd: van zelf doelen stellen naar een (soms ‘verregaande’) samenwerking met partners. Ongetwijfeld is dit het gevolg van het advies van het rapport van de commissie bestuurskracht: ‘wederkerigheid troef’. Het woord wederkerigheid komt desondanks 1 keer voor in het nieuwe coalitieakkoord. Daarom een drietal adviezen voor de nieuwe gedeputeerde Jan van der Meer om het woord wederkerigheid samen met het Gelders Energieakkoord in de praktijk te brengen.
Samen plannen maken
Het realiseren van de energietransitie in Gelderland begint bij het samen vormgeven van concrete plannen. Dat gaat verder dan 6 regionale energiestrategieën. Afspraken over energiebesparing in het mkb en verduurzaming van de industrie, de landbouw en onze mobiliteit zijn onderwerpen waarop we op Gelderse schaal concrete plannen maken. En deze sectoren gaan over 57% van het Gelders energieverbruik. Daarom vinden we het als bedrijfsleven belangrijk om hierover samen plannen te maken. En het Gelders Energieakkoord is daarvoor bij uitstek de geschikte plek.
Samen plannen uitvoeren
Dit lijkt zo logisch, maar blijkt in de Gelderse praktijk toch best wel moeilijk. De regeling voor ZON-PV op bedrijfsdaken is bijvoorbeeld een regeling waarin de ondernemersverenigingen in Gelderland niet zijn betrokken bij informatievoorziening en totstandkoming van de regeling. Daarom adviseren we de gedeputeerde om samen regelingen op te stellen waar het geld naar de gebruikers gaat als zij besluiten tot het uitvoeren van projecten en niet naar de adviseurs.
Samen investeren
Het PBL berekende eerder dat de energietransitie jaarlijks tussen de 2 en 3 miljard per jaar kost, ofwel 375 miljoen per jaar voor Gelderland. Met de 30 miljoen die Gelderland per jaar heeft gereserveerd betekent dit dat op iedere euro van de provincie er 9 van burgers en bedrijven moeten komen om op schema te blijven liggen voor 2030. Dat kan met een investeringsfonds waarbij het rentepercentage onder de marktrente ligt en garantstellingen mogelijk worden, waardoor financiering op basis van kasstromen tot ontwikkeling kan komen. En bij maatschappelijke investeringen is dat ook verdedigbaar. Dat vraagt van de provincie een andere werkwijze.
Hierover gaan wij graag met de nieuwe gedeputeerde in gesprek. Want de uitvoering van deze transitie doen we samen!