Column Oscar Roelofs: Ik ben energiek en graag in beweging.
13 juli 2019 - Zoals Jan Rotmans zegt: we leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk. We staan aan het begin van een transitie van een groot aantal domeinen in onze maatschappij waarin het fundamenteel anders moet. Mobiliteit is ook een van die domeinen, waarbij je de verschuiving al ziet plaatsvinden van bezit naar gebruik en naar schone mobiliteit. Mobiliteit is ontzettend belangrijk voor mensen. Wil je deelnemen aan de maatschappij, dan heb je ook toegang tot een bepaalde mobiliteit nodig, anders beperkt jouw mobiliteit zich tot alles binnen loopafstand. Wil je via internet iets kopen, dan moet het wel bij je bezorgd kunnen worden. ondertussen is mobiliteit verantwoordelijk voor 20 tot 25% van de Co2-uitstoot.
Vanuit de overheid krijgt mobiliteit steeds meer aandacht. Enerzijds omdat we de infrastructuur moeten blijven verbeteren en onderhouden, wat forse investeringen vraagt, anderzijds omdat we rekening moeten houden met de elektrificering en de laadstructuur voor elektrische voertuigen. Nederland raakt steeds voller, dus zullen we onze mobiliteit slim moeten organiseren, denk hierbij aan de fietssnelpaden, die het woon-werk-fietsverkeer stimuleren. Mobiliteit is meer dan alleen bereikbaarheid. Mobility asset service, waar de overheid flink op innoveert, combineert die technieken en intelligente systemen die het mogelijk maken om deel te nemen aan allerlei verschillende vervoersdiensten. Daar gaat het over de slimste manier van reizen en hoe je die reis het beste organiseert. Dat je door middel van een kaart of app telkens de meest efficiënte mogelijkheid tot mobiliteit kunt pakken, zoals een regiotaxi, een pontje, een deelfiets. Daar gaat een hele organisatie achter schuil. Wil je op die manier reizen, dan moet je er wel op kunnen vertrouwen dat die vervoersmiddelen tot je beschikking staan, waar je kunt op- of uitstappen, hoe je daarvoor kunt betalen.
Als je vanuit mobiliteit kijkt is duurzaamheid een wereld die bij mij past. Ik denk dat ik een energiek iemand ben die zelf graag in beweging is en ook graag beweging creëert. In beweging heb ik vaak een sturende en verbindende rol. Vandaar dat ik heb besloten me te committeren aan het GEA en de rol als voorzitter van het programma Mobiliteit op me te nemen. Ik ben vanuit mijn bureau Gloed Communicatie als partner van het Clean Mobility Center professioneel actief in Gelderland binnen duurzame mobiliteit, met een sterk accent op innovatie, communicatie en gedragsverandering. Het CMC is een uniek samenwerkingsplatform van organisaties gevestigd op het IPKW terrein in Arnhem, die de transitie naar schone mobiliteit willen versnellen.
Ik kijk altijd vanuit een bedrijfskundige kant naar vraagstukken: hoe organiseren mensen zich om samen iets voor elkaar te krijgen wat ze alleen niet tot stand kunnen brengen en waar anderen behoefte aan hebben. Het bijzondere van mobiliteit is dat het nooit bovenaan een lijstje staat, maar tegelijkertijd is mobiliteit met alles verweven. Het raakt het woon-werkverkeer en daarmee de reiskosten en daarmee de arbeidsvoorwaarden. Het raakt de logistiek. Iedereen is iedere dag in beweging en heeft daarmee een mobiliteitsbehoefte. Dat maakt dat het zo’n integraal onderdeel is van ons leven.
Binnen projecten vind ik het belangrijk dat het altijd ergens naartoe gericht is. Dus niet dat je, als het ware, op een rotonde blijft ronddraaien. Stilstand is in mijn ogen achteruitgang, maar af en toe stilstaan geeft ook ruimte voor reflectie, waarna je in volle vaart weer door kan. Als je samen de richting voor ogen hebt, dan is het een kwestie van de mouwen opstropen en aan de gang gaan. Daarbij is het wel belangrijk dat je openstaat voor wat je onderweg tegenkomt. Het kan zijn dat de weg dan even naar rechts buigt of naar links, dat je soms een keer moet versnellen of gas terug moet nemen. Het is een kwestie van schakelen en weer doorgaan. Beweging heeft voor mij altijd iets van een reis, van avontuur in zich. Het ontdekken en creëren, de dingen die je onderweg tegenkomt oplossen.
We hebben binnen het GEA-programma Mobiliteit al heel veel vraagstukken gesignaleerd waar nu nog geen oplossingen voor zijn. De kracht als een netwerk als GEA is om daar alvast over na te gaan denken en te verkennen welke mogelijke oplossingen hiervoor aangedragen kunnen worden, welke kansen en behoeften er liggen, welke knelpunten gesignaleerd worden en welke rol een overheid hierin kan spelen. Moet de overheid meer een aanjagende rol op zich nemen door middel van het openstellen van subsidies of pakt de markt dit al op. Dat is wat het GEA-programma Mobiliteit gaat doen en waar haar maatschappelijke meerwaarde zit. Dat vraagt om organisatie- en verbindingskracht. Dat is wat ik kom brengen als voorzitter: energie om in beweging te komen en blijven, samen in verbinding.